Sam Bettens, connu comme le chanteur de K’s Choice, peut faire le deuil du garçon qu’il n’a pas pu être, mais veut surtout parler de l’homme qu’il est devenu. Sa biographie a été publiée le 3 mars par l’éditeur Das Mag jeJe suis.
Dit artikel is afkomstig uit Trouw. Elke dag verschijnt een selectie van de beste artikelen uit de kranten en tijdschriften op NU.nl. Daar lees je hier meer over.
I Gij zult de Here uw God aanbidden en hem liefhebben met geheel uw hart, geheel uw ziel en met al uw krachten
« Als kind heb ik sterk in God geloofd. Tot in mijn pubertijd droeg ik een ketting met een kruisje om mijn nek. Omdat mijn ouders alleen tijdens de feestdagen in de kerk zaten, ging ik – mijn manier om te rebelleren, denk ik – iedere zondagochtend naar de mis. Niet dat ik de hele tijd zat te bidden of zo, maar ik had toch oprecht het gevoel dat er een soort contact was, iets onverklaarbaars wat ik wel comfortabel vond. »
II Gij zult de naam van de Heer uw God niet zonder eerbied gebruiken
« Langzaamaan kreeg ik, als weldenkend mens, steeds meer moeite met religie, maar ik heb er werkelijk een degout van gekregen toen ik met Stef, mijn vrouw, in 2003 naar Tennessee verhuisde waar iedereen in God geloofde en op basis van hun overtuigingen homo’s en lesbiennes buitensloten of zelfs uitscholden. Voor ons werd het geloof een bron van misère. We liepen op straat nooit hand in hand, maar woorden zoals faggot vlogen je daar dagelijks om de oren.
Wat ik misschien wel het allerergst vond, was de hypocrisie. Op publieke scholen mag niet worden gebeden, behalve voor aanvang van een belangrijke football-wedstrijd. Dan móet iedereen meedoen. Atleten die naar boven kijken en een kruisje slaan, die God bedanken voor de winst die ze hebben behaald: daar kan ik echt kwaad om worden. Alsof God het ene kind leukemie geeft en het andere een talent om te kunnen uitblinken in een of andere sport! Denken te weten hoe God het heeft bedoeld; is dat niet héél oneerbiedig? Op een nacht hebben Stef en ik een billboard van een kerk bij ons in de straat met viltstift bewerkt. Daar stond op: ‘Marriage = one man and one woman’. Door de W en de O zwart te maken, was de kerk ineens voorstander van het homo-huwelijk geworden. Helaas bleek het bord de volgende ochtend al te zijn weggehaald. »
Sam Bettens (Kapellen, 1972), geboren als Sarah, vormt samen met zijn broer Gert het hart van de Belgische formatie K’s Choice. In Ik ben – All I Am is de titel van de Engelse editie – neemt hij zijn leven als rockster, transman, Amerikaan en vader onder de loep. Sam is getrouwd met Stef. Ze hebben samen vier kinderen van wie er twee zijn geadopteerd. Het gezin woont in Palm Desert, Californië.
III Gij zult de dag des Heren heiligen
« Het liefst ga ik hiken, met de hond. Naarmate ik ouder word, krijg ik steeds meer de behoefte om de natuur in te trekken. Het is opladend en rustgevend. Ik red me prima in mijn eentje, al heb ik aan het einde van de dag wel contact nodig. Laatst was Stef met de kinderen drie dagen op wintersport. Ik ging niet mee: zwakke knieën. Heel fijn, tijd en ruimte voor mezelf, maar na een tijdje begon ik me er vooral op te verheugen dat ze thuis zouden komen zodat ik met hen kon delen hoe heerlijk het was geweest om even alleen te zijn. »
IV Eer uw vader en uw moeder
« Mijn ouders hebben me nooit tegengehouden, ook niet toen ik voor de muziek koos, nog maar twintig jaar oud. Ze hebben als opvoeders een goede job gedaan. Verschillen van inzicht hadden vooral met hun generatie te maken, met de nogal traditionele patronen in ons huishouden. Mijn moeder was huisvrouw. Mijn vader werkte als kinderarts in het ziekenhuis en had een praktijk in huis. ‘Een lieve dokter’ hoor ik van mensen die zijn patiënt zijn geweest – dat maakt me altijd weer een beetje trots. Ook op het emotionele vlak was er een traditionele verdeling: mijn moeder sprak over haar gevoelens, mijn vader bijna niet.
Toen ik op mijn 28ste vertelde dat ik van vrouwen hield en ging scheiden, was dat een behoorlijke schok voor mijn ouders. Misschien was die scheiding wel de grootste klap; ze zijn zelf al lang en gelukkig getrouwd en ze moeten gedacht hebben dat het huwelijksleven van hun drie kinderen precies zo zou verlopen. Onze crisis was van korte duur. Ik heb altijd geweten dat we elkaar er niet om zouden verliezen. Dat gold ook voor het nieuws van mijn transitie. Mijn moeder was daar onmiddellijk oké mee, maar mijn vader zei: ‘De ene dag ben je lesbisch, nu wil je weer een man zijn…’
Uiteindelijk is die aanvaarding wel gekomen, niet omdat hij na research tot een bepaald inzicht was gekomen of zo; de tijd had gewoon zijn werk gedaan. Mijn vaders gedachte was: ik kan er niets aan veranderen, dus ik zal er maar in meegaan. Ik heb ooit een lied geschreven waarin ik zeg dat hij altijd een mysterie voor me zal blijven (Dad, uitgebracht in 1995, AV) en ik zat er niet ver naast. Dat we elkaar toch iets meer zijn genaderd heeft waarschijnlijk ook met zijn leeftijd te maken. Hij is nu 82 en een stuk zachter geworden.
Mijn moeder spreekt een andere love language dan mijn vader, maar ik voel de liefde van hen allebei. Ik kom uit een gelukkig, warm nest en ik denk dat ik mijn ouders eer door voor mijn eigen kinderen nét zo’n omgeving te creëren. »
V Gij zult niet doden
« Doden, een ander pijn willen doen, dat ligt héél ver van mijn bed. Het enige wat ik me kan herinneren is dat ik op school een keer een meisje aan haar paardenstaart heb getrokken. Mannen die op een voetbalveld met elkaar in gevecht raken, dat vind ik zoiets belachelijks. Wat is daar nou mannelijk aan? Nee, wat dat betreft hoor ik nu niet echt bij de tofste groep: ze voeren oorlog, verkrachten vrouwen en spelen overal de baas. Op die toxic masculinity zit ik niet te wachten. Mijn mannelijkheid zit ‘m eerder in het verlangen om mijn geliefden te beschermen en – dat merkt Stef vooral sinds ik mezelf testosteron toedien – een groeiende behoefte om dingen op te lossen. Ze zegt dat ik scherper word, ongeduldiger. Vroeger konden we samen langere tijd ergens over babbelen, nu hoort ze mij steeds vaker zeggen: oké, maar hoe gaan we dit aanpakken? Ik voel mij man, ik wil mezelf presenteren als man, maar ik ben heel trots op mijn vrouwelijke kanten: open ergens over kunnen praten, confrontaties en ongemakkelijke momenten niet uit de weg gaan, zacht zijn… Wat ik in feite probeer te doen is the best of both worlds met elkaar te verenigen. »
VI Gij zult geen onkuisheid doen
« Er bestonden geen woorden voor, er werd niets uitgesproken, maar in de katholieke omgeving waarin ik ben opgegroeid was het onderliggende gevoel bij de liefde voor iemand met hetzelfde geslacht toch dat het niet juist was. Ik was vijftien toen ik voor het eerst een meisje kuste. Experimenteren heette dat. Ik heb altijd het idee gehad dat ik een individu was, dat ik mijn eigen weg baande, me niet liet leiden door de verwachtingen van anderen, maar achteraf gezien was ik een veel grotere pleaser dan ik altijd heb gedacht. Niet dat ik er bewust mee bezig was – zo van: mijn ouders zullen me onterven, of dit gaat mij m’n carrière kosten – maar ergens heeft toch meegespeeld dat ik niet de raarste mens in de kamer wilde zijn.
Ik vraag me af of ik me eerder zou hebben uitgesproken als ik in een ándere cultuur zou zijn opgegroeid, maar ook: in een andere tijd. Bij ons thuis, bijvoorbeeld, was iedereen tennisfan en mijn grote favoriet was Martina Navrátilová. Zij was de enige lesbische vrouw die ik kende. Om de mannelijkheid die zij uitstraalde werd ze keihard uitgelachen. Ik voel dat nog. Hoe pijnlijk en beledigend het was als ze een ‘manwijf’ werd genoemd. Zonder iemand ergens de schuld van te willen geven, denk ik dat dit soort gebeurtenissen er ook toe hebben geleid dat ik me niet in de richting wilde bewegen.
Ik leerde David kennen. Ik was verliefd, we trouwden jong. Hij was Amerikaan, dus het was ook een huwelijk om praktische redenen, om samen te kunnen wonen in België, maar toch: ik wou dat echt. We hadden een gemakkelijke relatie. Geen issues. David was een leuke, intelligente, grappige man maar tegelijkertijd… hoe moet ik dat uitleggen? Ik heb destijds niet willen inzien dat er iets elementairs ontbrak in onze relatie. Ik hield van zijn lichaam, niet om het te beminnen, maar omdat ik er feite naar hunkerde er net zo uit te zien. Hij had vaak kritiek en ik keek tegen hem op dus liet veel over me heenkomen. Ik voelde me klein, niet gezien.
Toen ik een oud-studiegenoot van David tegenkwam wist ik het meteen. Het muntje viel. Als ik bij haar was, begon ik mezelf ook leuker en interessanter te vinden. Zij was ook nog getrouwd, met een man, en had twee jonge kinderen. Het was een gecompliceerde situatie. Fantastisch en beangstigend. Ik wist één ding zeker: zelfs als zij besluit om niet bij haar echtgenoot weg te te gaan, zal ik toch die van mij verlaten. Zo zeker wist ik dat het anders moest. Eindelijk. Dat moment in mijn leven, die beslissing, is voor mij een grotere mijlpaal dan de transitie. »
VII Gij zult niet stelen
« Gert (Sams broer, medeoprichter van de band K’s Choice, AV) en ik hebben ons bij het schrijven van de muziek nooit laten leiden door wat er in de mode was, of door wat er op dat moment van ons verlangd werd; we moesten zelf zin hebben om er naar te luisteren. Ik denk dat we van alles, overal vandaan, hebben meegenomen, maar er uiteindelijk toch in geslaagd zijn om iets te maken wat uniek is in zijn soort. We zijn allemaal uniek. Zodra je een ander na gaat doen, wordt het minder interessant. Spijtig genoeg duurt het doorgaans behoorlijk lang voordat jonge mensen beseffen dat het iets moois is; dat uniekheid gevierd mag worden. »
VIII Gij zult tegen uw naaste niet vals getuigen
« Het is een vraag die ik mezelf ook stel: wat hield me tegen? Waarom heb ik mezelf zo lang voorgehouden dat ik gelukkig was in de liefde en niets tekort kwam? Niet dat ik in een leugen heb geleefd; wat me vroeger gelukkig maakte, maakte me ook écht gelukkig. Dat is het ingewikkelde: ik ben dezelfde gebleven en totaal veranderd tegelijkertijd… Er is niet één passend antwoord, het is een verzameling van micro-overwegingen – van binnen- en buitenwereld – die er voor heeft gezorgd dat ik er niet eerder aan toe gekomen ben.
Mijn therapeute heeft eens gezegd dat het voor succesvolle mensen soms moeilijker is om tot zichzelf te komen omdat ze veel meer te verliezen hebben. De eerste tien jaar van K’s Choice was dat zeker aan de hand. De trein van ons succes raasde voort, er was geen tijd om te zeggen: laat ik eens even een tijdje vrij nemen om uit te zoeken hoe het met mijn gender zit. Ik was niet aan boord gegaan om verstrooiing te zoeken of zo; de trein was er gewoon. En als je eenmaal gaat, dan ga je. »
IX Gij zult geen onkuisheid begeren
« Helemaal in het begin zeiden mijn vrouw en ik tegen elkaar: we hebben alles, behalve langdurigheid. Langdurigheid is een fantastische bonus; om heel lang met iemand te mogen zijn, om van alles samen te hebben meegemaakt en u te verheugen op alle dingen die nog komen gaan. Dat is toch fantastisch? Voor mij is dat altijd, bij iedere relatie, de insteek geweest: dit kan voor altijd zijn. Ik heb geen interesse om gewoon voor het plezier, voor de seks, met iemand te zijn. Drank en drugs heb ik ook nooit gedaan. Geen rock & roll voor mij. Eigenlijk alleen maar rock. Heel saai misschien, maar ik vind het heerlijk, die stabiliteit.
Toen ik besloot in transitie te gaan, hebben we alles, iedere stap, open en eerlijk met elkaar besproken. Het was misschien wel moeilijker voor Stef, niet dat ik man ging worden, maar wat het háár dan maakte… Wacht even, zei ze, ben ik dan niet lesbisch meer? Het mooie is dat ze, door alles heen, het deel van mij bleef zien waar ze verliefd op was geworden. Wat ook scheelt is dat ik al tien, misschien wel twintig jaar, stilletjes met die transitie bezig ben geweest. Ik ging er al steeds mannelijker uitzien. Nu ik mezelf helemaal heb gevonden lijkt de persoon op wie zij ooit verliefd werd alleen nog maar beter in beeld te zijn gekomen. »
X Gij zult niet begeren wat uw naaste toebehoort
« Een paar jaar geleden zag ik op Facebook een foto van de zesjarige transgender zoon van een vriendin. Hij droeg een overhemd met een strikje, had een fresh barbershop cut en was helemaal klaar voor zijn eerste schooldag. Hij zou nooit als jong meisje door het leven moeten gaan, geen borsten krijgen… ik gunde hem zo’n leven voor 110 procent, maar wat was ik jaloers! De gedachte dat ik nooit het lichaam van een jongeman heb kunnen meemaken is iets waar ik om moet rouwen, maar zo lang ik daar gezond over kan nadenken is het oké.
Ik wil dingen die moeilijk zijn niet uit de weg gaan. Het is makkelijker om ergens over te praten dan te doen alsof het niet bestaat. Daar dacht ik laatst nog aan: waarom ben ik niet eerder, toen ik aan het begin zat van mijn transitie, en alles nog nieuw en rauw was, met mijn vlogs begonnen? Ik heb mezelf in die tijd wel gefilmd, mijn twijfel en verdriet in de camera uitgesproken, maar ik durfde het toen nog niet te delen. Dat is iets wat ik nu, in mijn boek en in de interviews die ik geef, alsnog wil doen. Succesverhalen zijn er genoeg, maar als je nog in de donkere, onzekere periode zit die er aan vooraf gaat, vind je vooral steun bij mensen die op dezelfde manier met het leven hebben geworsteld. »