El breakdance no debutará en los Juegos Olímpicos hasta el próximo año, pero ya es seguro que el deporte no estará en Los Ángeles en 2028. Esa decisión perjudica a los rompedores holandeses. “Después de todo, el breakdance se originó en Estados Unidos”.
Het was niet echt meer een verrassing, maar toch deed het Paul van Dal pijn toen hij vorige week definitief hoorde dat breakdance de olympische status na 2024 meteen weer kwijtraakt.
“Het is heel bizar en zuur dat er ongeacht het succes of het debacle van Parijs al een keuze wordt gemaakt”, zegt de technisch directeur van de Nederlandse breakers tegen NU.nl. “Je wil gevoelsmatig aan iets bouwen, dat ook voor langere termijn houdbaar is. We worden steeds professioneler als sport, maar de vraag is hoe dat eruit gaat zien als we niet meer olympisch zijn.”
Dat breakdance uitgerekend in Los Angeles niet op het programma is enigszins opvallend. De dansstijl is in de jaren zeventig ontstaan in de achterstandswijken van New York en groeide uit tot een subcultuur in de Verenigde Staten. “Breakdance is nota bene in Amerika ontstaan. Dus iedereen had verwacht dat we ook in de VS op het allerhoogste podium zouden staan. Maar dat mooie verhaal gaan we helaas niet schrijven.”
Breakdance maakte deel uit van een lijst met negen sporten die hoopten op een olympische status in LA. Maandag besloten de IOC-leden in Mumbai dat cricket, honkbal/softbal, flag football, lacrosse en squash olympisch worden in 2028. Naast breaking vielen ook karate, kickboksen en motorsport af. “Het gaat bij de Spelen niet alleen om een verhaal, maar ook om de belangen”, zegt Van Dal.
“We wisten dat er grote Amerikaanse sporten op die lijst stonden en dan ga je al nadenken over wat die sporten wereldwijd teweegbrengen. Het feit dat cricket wordt toegevoegd, zorgt natuurlijk voor een hele nieuwe doelgroep uit India. Daar gaan grote deals mee gepaard. Het gaat om miljoenen of zelfs miljarden en daar kan de werelddansfederatie niet tegenop”, zegt Van Dal.
‘Los breakers deben convertirse en iconos como Kramer y Zonderland’
Holanda es uno de los aspirantes a la medalla de honor en París junto con la campeona mundial de diecisiete años India Sardjoe. El tres veces campeón del mundo Menno van Gorp (34) y Lee-Lou Demierre, de 22 años, tienen posibilidades de medallas entre los hombres, pero aún tienen que clasificarse para los Juegos.
“Mi objetivo era convertir a India y Menno en grandes iconos como Sven Kramer y Epke Zonderland. Pero eso ahora es más difícil”, dice Van Dal.
El ex bailarín de break dance tiene la esperanza de que su deporte tenga una segunda oportunidad en 2032 en los Juegos Olímpicos de Brisbane. “Escuchamos en los pasillos que el comité organizador de Brisbane está muy entusiasmado con el break. Así que después de París construiremos un deporte aún más profesional. Aunque todavía hay que hacer algo en la Federación Internacional de Danza”.
El breakdance no tiene una asociación internacional propia, pero está representado por la Federación Mundial de DanceSport (WDSF). Esta federación tiene mucha experiencia en bailes de salón y solo organiza grandes campeonatos de breakdance desde 2019.
“La WDSF no tiene experiencia en break, pero es responsable de la organización olímpica”, afirma Van Dal. “En realidad no es un problema que ahora tengamos un poco más de tiempo para organizar adecuadamente las cosas en la asociación. Tal vez incluso podamos crear nuestra propia asociación internacional de breakdance”.